Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet werk en inkomen kunstenaars

 

Artikel 13 Vorm uitkering bij vermogen in eigen woning en verplichte zekerheidsstelling
1
Indien voor de kunstenaar, bedoeld in artikel 9, recht op uitkering bestaat, heeft die uitkering, in afwijking van artikel 12, de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek of verpanding voorzover het vermogen gebonden in de woning met bijbehorend erf hoger is dan het vermogen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel e.
2
De uitkering in de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek of verpanding, bedoeld in het eerste lid, wordt verleend tot een bedrag gelijk aan het vermogen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel e.
3
Indien de uitkering wordt verleend in de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek of verpanding komen de kosten verbonden aan de taxatie van de waarde van de woning, de hypotheekakte en de inschrijving van de hypotheek of verpanding, alsmede de bijkomende kosten, ten laste van de kunstenaar. Voor deze kosten kan het college een uitkering verlenen die begrepen wordt onder de geldlening onder verband van hypotheek of verpanding.
4
Indien na beƫindiging van uitkering onder verband van hypotheek of verpanding opnieuw recht op uitkering bestaat, wordt deze verleend met toepassing van de laatst gevestigde hypotheek of verpanding.
5
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de vaststelling van de waarde van de woning met bijbehorend erf en de voorwaarden waaronder uitkering in de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek of verpanding wordt verleend.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •